
Foto: Shutterstock
In een muismodel heeft de toediening van een eiwit-immunogeen afgeleid van het HIV-gp120-eiwit (MD39), gecombineerd met twee adjuvantia — aluminiumhydroxide (Al(OH)₃) en een saponine-MPLA-nanodeeltje (SMNP) — geleid tot een veel sterkere humorale immuunrespons dan met elk adjuvans afzonderlijk.
Onderzoekers toonden aan dat de antigeen-adjuvansdeeltjes zich ophopen in de drainerende lymfeklieren en daar tot dag 28 blijven bestaan. Deze langdurige aanwezigheid bootst een natuurlijke infectie na en bevordert de vorming van langdurige kiemcentra. Door deze aanhoudende beschikbaarheid ontstaat er een grotere klonale diversificatie van B-lymfocyten: het immuunrepertoire dat door het bivalente vaccin wordt opgewekt, bevat twee tot drie keer meer unieke klonen — een voorwaarde voor de aanmaak van breed neutraliserende antilichamen.
Aluminiumzouten activeren vooral het inflammasoom en rekruteren antigeenpresenterende cellen, terwijl SMNP — afgeleid van *Quillaja saponaria* of Panama-boom, en dragend MPLA, een TLR4-agonist — de kruisende antigeenpresentatie en de secretie van pro-inflammatoire cytokines stimuleert. De combinatie van deze immuunroutes optimaliseert zowel de stabiliteit van het antigeen als de affiniteitsrijping van antilichamen. Een enkele injectie van MD39-Al(OH)₃-SMNP wekt significant hogere IgG-titers op dan een multidose-schema, wat perspectief biedt voor de ontwikkeling van enkelvoudige dosisvaccins tegen HIV, SARS-CoV-2 en andere pathogenen.
De auteurs wijzen erop dat beide hulpstoffen al een klinisch parcours hebben doorlopen: aluminiumhydroxide wordt al meer dan zestig jaar gebruikt, en SMNP wordt momenteel getest in fase I-studies voor een HIV-vaccin. Hun combinatie zou dus snel toepasbaar kunnen zijn op andere eiwitantigenen, zonder ingewikkelde farmaceutische aanpassingen.
Kortom: de combinatie Al(OH)₃-SMNP verhoogt de antigeenpersistentie in de lymfeklieren, versterkt de humorale respons en verruimt het neutralisatiespectrum. Dit opent de deur naar vereenvoudigde vaccinstrategieën die zeer immunogeen zijn en mogelijk in één dosis toegediend kunnen worden. Verdere preklinische en klinische studies zullen moeten uitwijzen hoe duurzaam de bescherming is en wat het veiligheidsprofiel is. Deze optimalisatie kan ook de logistieke kosten verlagen, de therapietrouw verbeteren en van cruciaal belang blijken bij toekomstige pandemieën.