Zoekveld

Steeds meer hulpmiddelen om ziektes op afstand op te sporen
03/06/2022 - 02:30
Foto: Shutterstock

De wetenschappelijke sector gebruikt steeds meer hulpmiddelen om ziektes op afstand op te sporen. Zo heeft de coronapandemie onder meer geleid tot het ontstaan van een groot aantal nieuwe medische technologieën, met name op cardiovasculair gebied. Dat zegt de Belgian Heart Rhythm Association (BeHRA).

De organisatie gaf donderdag een overzicht van de impact die twee jaar COVID-19 heeft gehad op de snelle ontwikkeling van cardiovasculaire zorgtechnologieën. "Zoals Johan Cruijff ooit zei: 'Elk nadeel heeft zijn voordeel'. Dat geldt ook voor de coronapandemie", zegt Koen Kas, professor Molecular Oncology & Digital Health aan de Universiteit Gent.

Er zijn intussen steeds meer hulpmiddelen waarmee ziektes op afstand kunnen worden opgespoord. Zo is er de Belgische app FibriCheck, een smartphone-applicatie die hartritmestoornissen detecteert die in 2014 werd gelanceerd. "De pandemie heeft geleid tot het ontstaan van een groot aantal nieuwe medische technologieën. Zo is er een toepassing die gebruikmaakt van een machine learning-algoritme om de bloeddruk te schatten en mogelijke risico's op een hartaanval, een beroerte of hart- en vaatziekten op te sporen", legt Kas uit.

Hij verwijst ook naar een algoritme op basis van Artificiële Intelligentie dat elektrocardiogram (ECG)-tracings analyeert om het risico op voorkamerfibrillatie binnen 5 jaar te bepalen. "De gezondheidscrisis heeft een ongekende digitaliseringsgolf aangewakkerd. Het gevoel van urgentie dat de wereld voelde, zette de mensen aan om voor zichzelf te zorgen en te doen wat nodig is", aldus Kas.

De wens om gezond te zijn, heeft ook geleid tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën die monitoring, tests of follow-up op afstand mogelijk maken. "De mogelijkheden zijn nu onbegrensd. Het is dan ook des te belangrijker dat de overheid op de kar springt en de middelen ter beschikking stelt om het gebruik van deze nieuwe technologieën te vergoeden aan mensen die gevaar lopen", benadrukt Kas.

Recent is ook het platform "We Are" gelanceerd. Dat platform wil het vertrouwen van burgers en patiënten in onderzoek en ontwikkeling dankzij gezondheidsdata vergroten. We Are doet dit door burgers eigenaarschap te geven over de eigen data en door hen actief te betrekken bij beslissingen over het platform dat de data beheert. Hierdoor krijgen burgers volgens de initiatiefnemers de garantie dat ze hun data op een veilige manier kunnen delen als hefboom voor persoonlijk welzijn en het algemeen belang.

Het platform is getest in zes gemeenten in de provincie Antwerpen en positief geëvalueerd. Het wordt later uitgerold in Vlaanderen en nog later in heel België. Het is uitgewerkt door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), in samenwerking met de Zorgnet-Icuro, de Koning Boudewijnstichting, het Patiëntenplatform en Domus Medica.

Bron: Belga