
Foto: Shutterstock
De overheid moet meer middelen vrijmaken voor de aanwerving van verpleegkundigen. Dat besluit het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) uit een grootschalig onderzoek naar de werksituatie van de verpleegkundigen in de Belgische ziekenhuizen. Volgens dat onderzoek gebeurt het steeds vaker dat noodzakelijke zorg niet verleend wordt, omdat er te weinig verpleegkundigen zijn in verhouding tot het aantal patiënten. Op termijn is een jaarlijkse inspanning van ruim 400 miljoen euro nodig, stelt het KCE. Een inspanning van 118 miljoen euro per jaar om de gevaarlijkste situaties weg te werken wordt als "het absolute minimum" gezien.
In 2009 was uit een grote Europese studie gebleken dat in de Belgische ziekenhuizen één verpleegkundige aan gemiddel d 11 patiënten zorg verleende. Een nieuw onderzoek dat uitgevoerd werd door het KCE en de KU Leven toont aan dat de situatie sindsdien verbeterd is, maar dat het aantal patiënten per verpleegkundigen nog altijd te hoog ligt. Een verpleegkundige moet momenteel nog instaan voor gemiddeld 9,4 patiënten. Internationaal wordt meer dan 8 patiënten per verpleegkundigen als onveilig gezien.
Het KCE pleit er dan ook voor dat de overheid jaarlijks bijkomende middelen investeert, en dat er een wettelijk maximaal aantal patiënten per verpleegkundige wordt vastgelegd.
"In een eerste fase kunnen binnen het jaar de onveilige situaties worden weggewerkt. Dit vereist een toename van het personeelsbestand met 1.629 voltijdse medewerkers. Hiervoor is een bijkomend jaarlijks budget van bijna 118 miljoen euro vereist. Dit moet beschouwd worden als een noodmaatregel, en als het absolute minimum van wat er moet gebeuren", zegt het KCE in een persbericht.
Voor een meer duurzaam beleid wordt er binnen de 5 jaar best een veilig aantal patiënten per verpleegkundige vastgelegd, per type afdeling en per shift (dag/nacht). Het KCE schat dat alleen al voor de diensten chirurgie, inwendige geneeskunde, geriatrie, revalidatie en pediatrie ongeveer 5.500 extra voltijdse verpleegkundigen nodig zijn, wat overeenstemt met een bijkomend jaarlijks budget van meer dan 403 miljoen euro.
Het KCE wijst erop dat de verpleegkundigen tijdens het onderzoek zelf aangaven dat ze wegens tijdsgebrek steeds vaker noodzakelijke zorg niet kunnen verlenen. De laatste tien jaar is dit probleem overigens nog toegenomen omdat de verpleegkundigen vaak ook taken krijgen waarvoor ze overgekwalificeerd zijn, zoals het opdienen van maaltijden en patiënten transporteren binnen het ziekenhuis.
In zijn aanbevelingen stelt het KCE dan ook voor om de niet-verpleegkundige taken door andere werknemers te laten overnemen. Dat zou ook de aantrekkelijkheid van het beroep verhogen, waardoor meer mensen ervoor zullen kiezen. Op die manier lopen verpleegkundigen bovendien minder risico op een burn-out.
Tot slot noemt het KCE het wel positief dat het federale parlement als voorlopig maatregel al besliste om een zorgfonds op te richten voor de aanwerving van bijkomend zorgpersoneel. Dat fonds ontving eind vorig jaar al 67 miljoen en voor de eerste drie maanden van dit jaar wordt 100 miljoen euro vrijgemaakt. Dat bedrag wordt echter verdeeld onder meer instellingen dan degene die het KCE in zijn onderzoek beschrijft.
Voor het onderzoek hebben het KCE en de KU Leuven een grote enquête gehouden onder bijna 5.000 verpleegkundigen in 84 ziekenhuizen. Ze werden bevraagd over hun werklast en welzijn, en over de kwaliteit van zorg, zoals zij die ervaren.