
Foto: Shutterstock
In Nieuw-Zeeland zijn er de voorbije honderd dagen geen lokale besmettingen met COVID-19 meer vastgesteld. Dat hebben de autoriteiten zondag gemeld.
Topman Ashley Bloomfield van het ministerie van Gezondheidszorg zei dat de mijlpaal het vieren waard is, maar waarschuwde zijn landgenoten tegelijkertijd dat zelfgenoegzaamheid niet aan de orde is. "We hebben in het buitenland gezien hoe snel het virus weer kan opduiken en zich kan verspreiden op plaatsen waar het voordien onder controle was, en we moeten erop voorbereid zijn om mogelijke toekomstige gevallen snel de kop in te drukken", aldus Bloomfield.
Er zijn momenteel wel nog 23 actieve gevallen van COVID-19 in Nieuw-Zeeland, maar het gaat om besmettingen die aan de grens werden geregistreerd en die doeltreffend geïsoleerd konden worden.
Nieuw-Zeeland kreeg op 26 februari voor het eerst zelf te maken met het coronavirus. De laatste besmetting van lokale origine dateert van 1 mei. Op 19 maart sloot het land zijn grenzen voor alle personen, behalve voor burgers en inwoners. Enkele dagen later, op 25 maart, werd een landelijke lockdown afgekondigd en gingen nagenoeg alle handelszaken dicht. Ook scholen bleven toe en aan de inwoners werd gevraagd om thuis te blijven. Vijf weken later werden de maatregelen geleidelijk aan opgeheven. Op dit moment is alles weer normaal met dat verschil dat de grenzen nog steeds gesloten zijn.
Alles samen telde Nieuw-Zeeland 1.569 bevestigde en vermoedelijke gevallen van COVID-19. Er vielen in het land slechts 22 doden.