
Foto: Shutterstock
Tot nu toe was het moeilijk te begrijpen waarom twee patiënten met dezelfde comorbiditeiten hetzij een ernstige coviditeit zouden ontwikkelen of zelfs zouden overlijden, hetzij een mildere symptomatologie zouden ontwikkelen en de andere niet. Een verklaring kan liggen in een essentieel enzym...
Onderzoekers van de Universiteit van Arizona, in samenwerking met Stony Brook University en Wake Forest University School of Medicine, verzamelden opgeslagen plasmamonsters en begonnen met het analyseren van de medische dossiers en het zoeken naar belangrijke klinische gegevens van 127 patiënten die tussen januari en juli 2020 in het Stony Brook University Hospital waren opgenomen. Een tweede onafhankelijk cohort omvatte een mengsel van 154 patiëntenmonsters die tussen januari en november 2020 werden verzameld in Stony Brook en het Banner University Medical Center in Tucson.
Zij ontdekten dat de circulatie van het enzym - secreted phospholipase A2 group IIA, of sPLA2-IIA - de belangrijkste factor kan zijn bij het voorspellen welke patiënten met ernstige COVID-19 uiteindelijk aan het virus bezwijken.
sPLA2-IIA, dat overeenkomsten vertoont met een enzym dat actief is in ratelslangengif, is in lage concentraties aanwezig in gezonde mensen en speelt, zoals reeds lang bekend, een sleutelrol in de afweer tegen bacteriële infecties door de microbiële celmembranen te vernietigen.
Wanneer het geactiveerde enzym echter in hoge concentraties circuleert, heeft het het vermogen de membranen van vitale organen te vernietigen.
Aangezien er reeds remmers van sPLA2-IIA bestaan, betekent deze bevinding dat het gebruik van deze remmers bij patiënten met hoge niveaus van sPLA2-IIA de aan COVID-19 gerelateerde mortaliteit zou kunnen verminderen of zelfs voorkomen.