Zoekveld

Grote meerderheid van bewoners en medewerkers in woonzorgcentra heeft antistoffen
16/06/2021 - 01:51
Foto: Shutterstock

In de periode februari-maart 2021 had 69 procent van de bewoners en 80 procent van de medewerkers in woonzorgcentra antistoffen tegen het coronavirus. Dit blijkt uit een studie uitgevoerd door de universiteiten van Gent, Luik en Leuven en Sciensano.

Tijdens de testperiode van 1 februari tot 24 maart 2021 werd een willekeurige steekproef van 1.640 bewoners en 1.368 medewerkers in 69 Belgische woonzorgcentra getest op de aanwezigheid van antistoffen. Op dat moment had 96 procent van de bewoners en 85 procent van de medewerkers minstens één vaccindosis gekregen. Zeven op de tien bewoners (68 procent) en de helft van de medewerkers (48 procent) was toen al volledig gevaccineerd.

Het verschil tussen bewoners en medewerkers die antistoffen hebben zou kunnen verklaard worden doordat bewoners minder snel en minder goed antistoffen aanmaken na vaccinatie. Daarvoor kan deze studie echter geen bewijs leveren.

Een studie bij Vlaamse woonzorgcentra in november 2020, dus voor de start van de vaccinatiecampagne, toont echter een omgekeerde situatie, namelijk een groter aantal bewoners (19 procent) dan medewerkers (15 procent) met antistoffen tegen het coronavirus. Dit zou dan kunnen wijzen op een minder goed immuunantwoord na vaccinatie bij de bewoners. Desondanks tonen de nationale cijfers bij de bewoners van woonzorgcentra een duidelijke daling van de ziekhuisopnames en mortaliteit sinds de start van de vaccinatiecampagne.

Het aantal medewerkers in woonzorgcentra met antistoffen is vergelijkbaar met het aantal gezondheidswerkers in de Belgische ziekenhuizen en eerstelijnszorgverleners met antistoffen tijdens dezelfde periode. Het is geruststellend dat er reeds voor het beëindigen van de vaccinatiecampagne een goed immuunantwoord was in deze groepen, aldus Sciensano.