Zoekveld

Eén op de zes duursportatleten heeft hart met verminderde pompfunctie
19/12/2023 - 02:57
Foto: Shutterstock

Een op de zes duursportatleten (15,7 procent) heeft een verminderde pompfunctie van het hart in rust. DNA-analyse leert dat deze duursportatleten een genetisch patroon vertonen dat ook gezien wordt bij patiënten met een verzwakking van de hartspier. Dat blijkt uit de studie Pro@Heart van onderzoekers uit België en Australië waarbij het hart van 281 professionele atleten met behulp van geavanceerde beeldvormingstechnieken onderzocht werd. De resultaten zijn maandag gepubliceerd in het tijdschrift Circulation.

De onderzoekers pleiten voor een nauwgezette cardiologische opvolging van elite atleten. "We weten al lang dat het hart van een topsporter anders is dan het hart van een doorsnee persoon", verduidelijkt professor Guido Claessen (Jessa Ziekenhuis en UHasselt). "Door langdurige intensieve training vergroot de hartspier van de topsporter. De mate van vergroting varieert van groot tot enorm. De betekenis van de meest extreme veranderingen op lange termijn moet nog verder onderzocht worden."

Meer dan 400 duursportatleten stelden zich kandidaat voor de Pro@Heart studie. Daaronder zitten ook verschillende winnaars van grote wielerwedstrijden. Van deze 400 atleten werden de harten van 281 mannelijke en vrouwelijke atleten met behulp van geavanceerde beeldvormingstechnieken in zes centra in Australië en België reeds geanalyseerd. Daaruit bleek dat 15,7 procent van de atleten eigenschappen vertoonden die normaal gezien worden bij patiënten met hartziekten, waaronder een verminderde pompwerking van de hartkamer in rust en overslagen vanuit de hartspier.

De verminderde pompwerking van het hart werd alleen waargenomen in rust terwijl het op een normaal niveau functioneert en het vermogen van de hartspier tijdens een intensieve inspanning gevrijwaard blijft. De atleten werden ook genetisch gescreend om na te gaan of ze een genetisch patroon hadden dat voorkomt bij patiënten met hartspierverzwakking. De elite-atleten met de hoogste genetische belasting hadden 11 keer meer kans op een verminderde pompwerking van de hartspier.

Het is de eerste studie ter wereld die kijkt naar de rol van genetica bij vatbaarheid voor hartspierverzwakking bij atleten. "Het fenomeen van het sporthart is al lang bekend, maar wij waren het eerste team dat onderzocht welke rol de genetische samenstelling van een atleet speelt bij hun hartfunctie en -structuur", legt professor Tomas Robyns (UZ Leuven), specialist genetische hartafwijkingen, uit.

"We ontdekten dat de veranderingen veel meer uitgesproken zijn dan eerder gedacht en dat een groot aantal van de atleten inderdaad een verminderde pompwerking van het hart heeft. We willen graag benadrukken dat we niet denken dat deze atleten een ziek hart hebben. Ze kunnen nog steeds op een zeer hoog niveau functioneren. We weten op dit moment niet wat het langetermijneffect zal zijn en of dit betekent dat deze atleten ook effectief een klinisch probleem van hartfalen of gevaarlijke ritmestoornissen zullen ontwikkelen."

Volgens professor Hein Heidbuchel (UZA) is het nu van vitaal belang is om dezelfde groep atleten de komende 25 jaar te blijven volgen om te zien of ze inderdaad hartproblemen ontwikkelen.

"Regelmatige lichaamsbeweging gaat gepaard met duidelijke gezondheidsvoordelen. Maar er is misschien een kleine groep met een genetische aanleg die op jonge leeftijd goed is om een topsporthart te ontwikkelen, maar die op lange termijn gevaarlijk zou kunnen zijn wanneer men op dit hoge niveau blijft sporten. De belangrijkste doelstelling van ons onderzoek is om sportbeoefening veilig te maken voor alle deelnemers."

Bron: belga