
Foto: Shutterstock
De contingentering van de studenten geneeskunde veroorzaakt spanningen binnen de paarsgroene regering van de Franse gemeenschap. Dat werd dinsdag duidelijk in het parlement, waar minister van Hoger Onderwijs Valérie Glatigny in tamelijk duidelijke bewoordingen coalitiepartner Ecolo verweet haar geen mandaat te hebben willen geven om te gaan onderhandelen met federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).
"Ik betreur dat ik geen mandaat heb gekregen van een regeringspartner om te onderhandelen met de federale regering en stappen vooruit te boeken voor onze studenten en, het allerbelangrijkste, te weten of elke student die de studie aanvat, effectief over een Riziv-nummer beschikt", hekelde de zichtbaar enigszins geïrriteerde liberale minister.
De artsenquota zijn al jaren een problematisch dossier. Kort samengevat bepaalt de federale overheid hoeveel artsen aan hun opleiding kunnen beginnen en hoeveel Riziv-nummers er beschikbaar zijn voor afstuderende artsen, om het aantal geneesheren onder controle te houden.
Het probleem zit echter bij de deelstaten, die verantwoordelijk zijn voor onderwijs en dus voor de opleidingen tot arts en tandarts. De Vlaamse overheid organiseert al jaren ingangsexamens om de toestroom te beperken, maar de Franse gemeenschap deed dat tot 2017 niet, waardoor er aan Franstalige kant meer artsen bijkwamen en er een onevenwicht werd gecreëerd.
Ook nu de Franstaligen wel een ingangsproef organiseren, zijn de problemen nog niet van de baan, want nog altijd mag iedereen die voor het examen slaagt aan de opleiding beginnen. Elk jaar verlaten 850 nieuwe afgestudeerde artsen de Franstalige universiteiten, terwijl er normaal gezien voor hen maar iets meer dan 500 Riziv-nummers voorhanden zijn. Vlaanderen besliste daarom vorig jaar om zelf ook meer studenten toe te laten dan waar de federale quota in voorzien.
Vorige zomer heeft minister Vandenbroucke de Franse gemeenschap tot eind dit jaar de tijd gegeven om samen een oplossing te vinden. Die zou neerkomen op een meer efficiënte filter van het aantal studenten dat de studie geneeskunde mag aanvatten. In ruil zou hij bereid zijn de Riziv-quota op te krikken. Maar zonder akkoord met de Franse gemeenschap zou er wel een puur federaal responsabiliseringssysteem komen. Dat zou de facto het aantal jonge Franstalige artsen beperken dat toegang krijgt tot een specialisatie na de basisopleiding.
Met de deadline in zicht lag het dossier vorige donderdag op de tafel van de Franse gemeenschapsregering. Het voorstel van minister Glatigny (MR) om met de federale regering te gaan onderhandelen, botste op een duidelijk njet van Ecolo. Zowel de groenen als de MR maken ook deel uit van de federale regering.
In het parlement schetste Glatigny dinsdag de gevolgen van de tegenkanting van Ecolo. "Ons quotum blijft geblokkeerd op 505, onze 'schuld' van nummers die we moeten aflossen zal nog steeds op 1.531 liggen, wat de toekomstige generaties compromitteert", luidde het. "Onze studenten die na hun examen werden toegelaten tot de studies geneeskunde en tandheelkunde zullen geen enkele garantie op een Riziv-nummer hebben. Erger nog: ze zullen in de loop van hun studies met een nieuwe federale filter worden geconfronteerd, en deze dramatische opsomming is jammer genoeg niet exhaustief", voegde de MR-politica er aan toe.
Het kabinet van viceminister-president Bénédicte Linard (Ecolo) is naar eigen zeggen verbaasd dat minister Glatigny publiek gewag maakt van interne spanningen, "terwijl de beslissing nog niet is genomen in de regering". De groenen geven wel toe dat ze er niet mee akkoord gaan het aantal professionele in de zorgsector nog verder te beperken.
"Gezien de gezondheidscrisis en de tekorten op het terrein, vinden we het niet het goede moment om te praten over een vermindering van de toegangsvoorwaarden tot de gezondheidsberoepen", aldus het kabinet-Linard. Het herinnert er nog aan dat minister Vandenbroucke had aangekondigd dat hij voorafgaand een interfederale overlegcommissie op poten wil zetten voor de planning van het medisch aanbod. En dat orgaan is er nog niet, luidt het.
Bron: Belga