
Foto: Shutterstock
Het gebruik van opioïden bij chronische niet-kankerpijn neemt sterk toe, hoewel er weinig wetenschappelijk bewijs is dat ze voordeel bieden bij langdurig gebruik. Er is daarentegen toenemend bewijs dat opioïden op lange termijn hun analgetisch effect verliezen door tolerantie. Ze kunnen psychische en fysieke afhankelijkheid en potentieel ernstige ongewenste effecten veroorzaken. Als men na het overwegen van voor- en nadelen beslist te starten met opioïden, zou men de afbouw al meteen moeten voorzien. Toch blijven sommige patiënten opioïden gebruiken om de onttrekkingsverschijnselen van het stoppen te vermijden. Hoe moet het dan verder?
Dit artikel heeft als doel de huisarts en apotheker enkele concrete afbouwschema’s (Eng. tapering schemes) voor de meest gebruikte opioïden aan te reiken voor patiënten met chronische niet-kankerpijn, rekening houdend met de Belgische context.
Er wordt een antwoord geformuleerd op de volgende vragen:
- Waarom opioïden afbouwen?
- Hoe bouwt men opioïden af bij chronische niet-kankerpijn?
- Zijn er richtlijnen?
- Wanneer en bij wie afbouwen?
- Wat zijn de basisregels voor het afbouwen van opioïden?
- Hoe snel kan men afbouwen?
- Wat gebruikt men best bij het afbouwen: een immediate of modified release preparaat?
- Wat met fentanyl en buprenorfine transdermale pleisters?
- Wat als men verschillende opioïden naast elkaar gebruikt?
- Wat te doen als er onttrekkingsverschijnselen optreden?
- Wat zijn praktische afbouwschema's, aangepast aan de Belgische context?
- Morfine (modified release)
- Oxycodon (modified release)
- Tramadol
- Fentanyl transdermale pleisters