
In de loop van 2024 zullen twee nieuwe preventiemiddelen op de Belgische markt verschijnen die kinderen tegen het respiratoir syncytieel virus (RSV) beschermen. Het gaat om een vaccin dat tijdens de zwangerschap wordt toegediend en een monoklonaal antilichaam dat bij de zuigeling wordt toegediend. "Beide zijn veilig en effectief. De Hoge Gezondheidsraad beveelt daarom hun gebruik bij zwangere vrouwen en zuigelingen aan van zodra ze beschikbaar zijn", zegt de Hoge Gezondheidsraad donderdag in zijn advies. Onderzoek heeft de middelen nog niet met elkaar kunnen vergelijken. Daarom ligt de keuzevrijheid bij de ouders en de zorgverleners.
Wereldwijd is RSV de op een na belangrijkste doodsoorzaak bij baby's jonger dan één jaar. Het virus veroorzaakt vooral infecties van de lagere luchtwegen (bronchiolitis), die gepaard kunnen gaan met ademhalingsmoeilijkheden, een longontsteking of een oorontsteking. Volgens een schatting zijn er jaarlijks 14.500 RSV-infecties bij kinderen jonger dan vijf jaar in België, waarvan 3.200 tot 3.600 infecties met ziekenhuisopnames. Ongeveer de helft van de infecties en drie kwart van de ziekenhuisopnames doet zich voor bij kinderen jonger dan twee jaar.
De meeste infecties komen voor tijdens een seizoenspiek van acht tot twaalf weken tijdens de winter, ruim genomen van oktober tot maart. Op dat moment wordt de gezondheidszorg zwaar belast en soms zelfs overbelast. Elk jaar opnieuw moeten kinderen van het ziekenhuis waar ze opgenomen zijn, overgebracht worden naar een ziekenhuis ver van huis, omdat er te weinig bedden beschikbaar zijn. Als ouders thuisblijven om voor hun zieke kinderen te zorgen, heeft RSV ook een impact op de economie, stipt de HGR aan.
Door de enorme ziektelast moedigt de HGR de preventie tegen RSV aan voor zuigelingen jonger dan één jaar, tijdens hun eerste RSV-epidemieseizoen, en voor kinderen tussen één en twee jaar oud die een hoger risico lopen op ernstige infecties, tijdens hun tweede RSV-epidemieseizoen. Tot op heden is daarvoor enkel het monoklonaal antilichaam palivizumab, bekend onder de merknaam Synagis, beschikbaar in ons land. Maar het is duur en vergt een intensieve toedieningsprocedure, waarbij het kind gedurende vijf maanden elke maand een prik moet krijgen. Daarom wordt het enkel aangeraden aan patiënten die een hoog risico lopen op complicaties door RSV.
Maar er is hoop, klinkt het bij de HGR, in de vorm van een vaccin voor de zwangere vrouw en een langwerkend monoklonaal antilichaam voor de zuigeling. Het maternale vaccin beschermt de zuigeling indirect. Er komt geen nieuw kindervaccin, benadrukt David Tuerlinckx, professor en pediater aan CHU UCL Namur.
Het maternale vaccin, bekend onder de merknaam Abrysvo, wordt toegediend tijdens de zwangerschap, bij voorkeur tussen 28 en 36 weken. Het beschermt de baby vanaf de geboorte tot de leeftijd van zes maanden: het verlaagt het risico op een ernstige RSV-infectie met 69 procent en op ziekenhuisopname met 57 procent. Nirsevimab, bekend onder de merknaam Beyfortus, wordt vlak voor of tijdens het epidemieseizoen eenmaal als prik bij de zuigeling toegediend. Het beschermt de baby voor ongeveer vijf maanden: het verlaagt het risico op een RSV-infectie met 75 procent en op een ziekenhuisopname met 79 procent.
Omdat Beyfortus pas later op het jaar op de Belgische markt zal verschijnen en Abrysvo al vanaf januari beschikbaar zal zijn, wordt Abrysvo voor de winter van 2023-2024 aangeraden aan zwangere vrouwen die voor eind maart moeten bevallen. Het mag niet samen met het vaccin tegen kinkhoest toegediend worden. Palivizumab blijft aanbevolen voor zuigelingen met een hoog risico op complicaties door RSV, zolang nirsevimab nog niet beschikbaar is.
Abrysvo wordt vooralsnog niet terugbetaald. Over de kostprijs kan de HGR donderdag geen uitspraak doen: de prijzetting wordt bepaald in onderhandelingen tussen de farmaceutische bedrijven en het RIZIV. Zwangere vrouwen kunnen een voorschrift vragen bij hun huisarts of gynaecoloog en het vaccin ophalen bij de apotheek.
Het gaat om tijdelijke aanbevelingen, benadrukt Fabrice Peters, woordvoerder van de HGR nog. Het is mogelijk dat het advies van de HGR herzien moet worden, als er meer gegevens en meer onderzoek beschikbaar zijn. Op dit moment is er echter voldoende bewijs verzameld voor het huidige en komende epidemieseizoen.
bron: belga