
"Dokter, ik ben mijn geheugen kwijt...". Deze manier van denken leidt er vaak toe dat de patiënt gerustgesteld wordt door zijn klachten te minimaliseren. Dit is gebaseerd op het principe dat als je het beseft, deze kleine problemen niet ernstig zijn... Een Duits onderzoek lijkt het tegenovergestelde aan te tonen... Het betrof 439 deelnemers met subjectieve cognitieve stoornissen, gemiddeld 71 jaar oud, die niet gediagnosticeerd waren met dementie of milde cognitieve stoornissen. De deelnemers ondergingen een reeks tests om hun denk- en geheugenvaardigheden te beoordelen. Deze tests omvatten het onthouden van lijsten, het reproduceren van tekeningen en het nauwkeurig identificeren van huidige tijden en plaatsen. Milde tekorten in de tests werden gedefinieerd door een score van ten minste 0,5 standaarddeviaties onder het gemiddelde. Van de deelnemers met subjectieve cognitieve stoornissen had 13%, of 55 mensen, milde testgebreken aan het begin van het onderzoek, terwijl 87%, of 384 mensen, deze lichte gebreken niet vertoonden. De deelnemers werden vervolgens gemiddeld drie jaar gevolgd om te bepalen wie een licht cognitief tekort zou ontwikkelen. Na aanpassing voor de leeftijd en het geslacht van de deelnemers, stelden de Duitse onderzoekers vast dat personen met subjectieve cognitieve stoornissen en lichte testgebreken meer dan vier keer meer kans hadden om milde cognitieve stoornissen te ontwikkelen dan personen zonder lichte gebreken. Bovendien rapporteerden ze dat van de deelnemers met subjectieve cognitieve stoornissen, 17%, of 58 mensen, die geen milde tekorten hadden, en 48%, of 24 mensen, die wel milde cognitieve stoornissen hadden, uiteindelijk milde cognitieve stoornissen ontwikkelden. Ze ontdekten ook dat personen met subjectieve cognitieve stoornissen en milde testdefecten een waarschijnlijkheid van 36% hadden om milde cognitieve stoornissen te ontwikkelen binnen twee jaar na het onderzoek, en een geschatte waarschijnlijkheid van 84% om milde cognitieve stoornissen te ontwikkelen binnen vier jaar. Tot slot vertoonden deze deelnemers hogere niveaus van biomarkers die eiwitveranderingen in de hersenen meten, wat duidt op een verhoogd risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Deze resultaten werpen licht op de relatie tussen de subjectieve en objectieve achteruitgang die voorafgaat aan de diagnose Alzheimerdementie. Hij gelooft dat toekomstig onderzoek artsen in staat zou kunnen stellen om het individuele risico te meten en te communiceren aan mensen met subjectieve cognitieve achteruitgang.
Relevance of Minor Neuropsychological Deficits in Patients With Subjective Cognitive Decline