
Ondanks het bestaan van doeltreffende behandelingen, blijkt uit een studie dat patiënten die lijden aan reumatoïde artritis onderbehandeld worden.
In het onderzoek is gekeken naar alle polikliniekbezoeken van volwassenen boven de 65 tussen 2005 en 2016, dat zijn ruim 7,8 miljoen bezoeken.
Eén op de vier patiënten uit de studie zag een huisarts voor zijn reumatoïde artritis, terwijl de rest werd gezien door een reumatoloog. Deze artsen schreven in 30% van de consulten ziektemodificerende antireumatische geneesmiddelen voor, tegenover 56% bij de reumatologen. Dit geeft een gemiddelde van 45% van de behandelde patiënten.
In de jaren 1990 en 2000 werd slechts 30% van de patiënten in de VS behandeld: dit wijst op een duidelijke verbetering van de situatie, maar, zo merken de onderzoekers op, het ligt nog steeds onder het streefcijfer dat door het American College of Rheumatology is vastgesteld.
Ongeveer 20% van de patiënten die geen ziektemodificerende antireumatische geneesmiddelen voorgeschreven kregen, gebruikten alleen steroïden voor hun reumatoïde artritis, waarvan bekend is dat deze pijn en stijfheid in de gewrichten veroorzaakt. Deskundigen raden het gebruik van steroïden af, omdat die het risico op maagzweren, een slechte controle van de bloedsuikerspiegel, osteoporose en botbreuken kunnen vergroten. Natuurlijk zijn er ook risico's verbonden aan immunosuppressieve en immunomodulerende therapieën, maar deze moeten worden afgewogen tegen de voordelen, zoals minder pijn, een betere mobiliteit en een betere kwaliteit van leven.
De onderzoekers benadrukken het belang van eerstelijnswerkers en hun informatie om deze ziekte zo vroeg mogelijk te herkennen en doeltreffend te behandelen.