
Het is in bepaalde omstandigheden mogelijk om het toedienen van de tweede dosis van het Pfizer-vaccin uit te stellen, maar dat gebeurt dan bij voorkeur tot 35 dagen na de eerste prik. Dat staat in het advies van de Hoge Gezondheidsraad.
Momenteel wordt bij het vaccin van Pfizer gemikt op het toedienen van twee dosissen, met een interval van 21 dagen. Een langere periode tussen de twee dosissen kan overwogen worden tot 42 dagen, maar de Hoge Gezondheidsraad raadt toch aan om het interval bij voorkeur tot 35 dagen te beperken.
In principe blijft wel aangeraden om zo dicht mogelijk bij 21 dagen te blijven. Maar in bepaalde epidemiologische omstandigheden kan die periode dus worden verlengd tot vijf weken, wanneer het nodig wordt geacht om sneller een eerste dosis toe te dienen aan meer mensen.