
Een Belgische studie belicht de verschillende organisatorische factoren die een rol spelen bij het sterftecijfer van IC-patiënten in België.
De onderzoekers voerden een retrospectieve analyse uit van de ziekenhuissterfte onder Belgische patiënten op de Covid-19 intensieve zorgen.
In totaal zijn tussen 1 maart en 9 augustus 2020 13.612 Covid-19 patiënten in het ziekenhuis opgenomen en geregistreerd. Hiervan moest 1903 (14,0%) worden opgenomen op de intensive care. Er waren gegevens beschikbaar voor 1747 van deze patiënten, van wie er 632 stierven. Deze waren ouder en hadden meer co-morbiditeiten dan de overlevenden. De onderzoekers merken op dat in de multivariate analyse, ICU overflow, oudere leeftijd, aanwezigheid van comorbiditeiten, kortere tijd van symptoom begin tot ziekenhuisopname, gebrek aan hydroxychloroquine behandeling, en het gebruik van invasieve mechanische beademing en ECMO onafhankelijk van elkaar geassocieerd werden met een verhoogde ziekenhuissterfte. Vergelijkbare resultaten werden gevonden in de subgroep van patiënten die invasieve beademing ondergaan. Het creëren van extra bedden ging gepaard met een toename van de ziekenhuissterfte bij patiënten met invasieve beademing. Het model gaf ook een significant verschil in ziekenhuissterfte tussen ziekenhuizen aan, wat niet werd verklaard door het soort patiënten dat werd opgenomen of door de kenmerken van het ziekenhuis.
Er is dus nog ruimte voor onderzoek om de kwaliteit van de organisatie van de ziekenhuizen te verbeteren, zodat het aantal sterfgevallen in de toekomst zo mogelijk kan worden verminderd.