
Louis Pasteur heeft een revolutie teweeggebracht in de antimicrobiële profylaxe. Meer dan een eeuw na zijn ontdekking van het hondsdolheidsvaccin zetten de onderzoekers van het gelijknamige instituut zijn werk voort en hebben net een spannende ontdekking gedaan...
Sinds de ontwikkeling van het vaccin en de immunoglobulinen ter bescherming tegen de ontwikkeling van hondsdolheid, moet worden gezegd dat het onderzoek naar dit onderwerp bijna tot stilstand is gekomen. Hoewel hondsdolheid in onze regio's vrijwel geheel is verdwenen, is het in Afrika en Azië nog steeds verantwoordelijk voor ongeveer 60.000 sterfgevallen per jaar. Vaccins en immunoglobulinen zijn zeer effectief, maar blijven moeilijk toegankelijk voor de populaties die het meest aan het virus zijn blootgesteld.
Onderzoekers van het Institut Pasteur hebben echter ontdekt dat het hondsdolheidsvirus slechts één glycoproteïne heeft, G genaamd, die als enige verantwoordelijk is voor het binnendringen van het virus in de cellen waar het zich vermenigvuldigt. De onderzoekers vonden dat het krachtigste monoklonale antilichaam dat het breedste scala aan antigenen kan neutraliseren, RVC20, kan complexeren met G. Zij waren in staat om de kristalstructuur van RVC20 te beschrijven.
Dit monoklonale antilichaam blokkeert de fusie tussen het virus en het celmembraan. Uit hun onderzoek bleek ook dat er een grote kwetsbaarheid bestaat aan het oppervlak van de virion. Voor de opvolgers van Pasteur zullen deze ontdekkingen niet alleen leiden tot nieuwe wegen voor profylaxe, maar ook voor de behandeling van hondsdolheid... Een grote hoop!