Zoekveld

Het post-intensive care syndroom voorkomen
27/01/2023 - 11:44
Foto: Shutterstock

Het post-intensive care syndroom is een relatief nieuwe problematiek die meer en  meer aandacht krijgt van artsen. Het kan zich uiten – bij tot 40% van de patiënten die een langdurig verblijf op de intensive care unit hebben gehad – door een intense en aanhoudende spierzwakte, cognitieve problemen (geheugen, aandacht, enz.) of psychologische problemen (angst, depressie, posttraumatische stress). In de wetenschappelijke literatuur worden enkele maatregelen om dit syndroom te voorkomen beschreven. Deze impliceren soms fundamentele veranderingen in praktijk en gewoonten binnen intensive care afdelingen, maar ze vergen vooral extra personeel. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft de wetenschappelijke basis van deze maatregelen onderzocht om na te gaan welke gefundeerd zijn.

Het post-intensive care syndroom (PICS) is in zekere zin de keerzijde van de vooruitgang in de intensieve zorgen geneeskunde. Deze discipline, waaraan zoveel patiënten hun leven te danken hebben, heeft sinds het midden van de 20e eeuw inderdaad opmerkelijke vooruitgang geboekt. Maar aan het begin van de 21e eeuw begonnen artsen zich te realiseren dat het ook negatieve gevolgen kon hebben voor de kwaliteit van leven van diegenen die hierdoor gered werden. Na een langdurig verblijf op de intensive care is het inderdaad niet ongewoon dat de patiënt restverschijnselen heeft, soms door de oorzaak van de ziekenhuisopname (ernstige ziekte, ongeval...), maar soms ook door bepaalde behandelingen die zijn ingesteld – laat ons duidelijk zijn – als zorg of therapie.

Lees het volledige rapport op site KCE