Foto: Shutterstock
Nu dit academiejaar meer studenten mochten beginnen aan de opleiding geneeskunde stijgt de druk op de organisatie van praktijklessen, interactief onderwijs, colleges en zelfs examens. Dat stelt het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO), dat zich zorgen maakt om het behoud van de kwaliteit van de opleiding.
Het quotum voor het aantal studenten geneeskunde bepaalt hoeveel afgestudeerde artsen aan het einde van de rit een Riziv-nummer kunnen krijgen. De quota voor de opleiding werden dit jaar fors opgetrokken in Vlaanderen, van ruim 1.200 vorig jaar tot 1.600 nu. Daarmee willen Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) de structurele tekorten aan artsen aanpakken.
Dat de vijf Vlaamse universiteiten samen 300 extra studenten geneeskunde moeten opnemen, zorgt voor bezorgdheid onder studenten. Een intensieve, kwaliteitsvolle opleiding tot arts kost namelijk heel wat geld, klinkt het bij VGSO. Dat komt onder meer door de specifieke en uiteenlopende onderwijsvormen, zoals theoretische en klinische colleges, vaardigheidstrainingen, communicatielessen, groepswerken en verschillende soorten stages.
Weyts maakte 15 miljoen euro extra middelen vrij voor de universiteiten, zodat de uitbreiding van de capaciteit niet ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. Toch voelen de studenten "verregaande aanpassingen". "Zo moeten studenten van de eerste bachelor geneeskunde aan de UGent zeker één dag per week van thuis uit lessen volgen, omdat er te weinig plaats is voor iedereen tegelijk in het auditorium", stelt VGSO. "Ook het examineren van studenten wordt beïnvloed. De UGent kiest er bijvoorbeeld voor om het aantal evaluatiemomenten van de praktijkexamens te verminderen."
De studenten vragen "met aandrang" om extra middelen vrij te maken om de kwaliteit van de opleiding geneeskunde te bewaren.
Bron: belga
Delen via e-mail