
Foto: Shutterstock
Dure geneesmiddelen zetten de ziekteverzekering steeds meer onder druk. Uit berekeningen van de CM waren in 2019 tien geneesmiddelen goed voor 17,3 procent van het totale geneesmiddelenbudget. Volgens het ziekenfonds, dat een extrapolatie uitvoerde van de facturatiegegevens bij zijn leden, hadden deze tien geneesmiddelen een kostprijs van 911 miljoen euro.
"Dat baart ons grote zorgen", zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp donderdag. "Er komen steeds meer van deze nieuwe, dure geneesmiddelen op de markt die het budget van de ziekteverzekering onder zware druk zetten."
Ook zet de stijging van het budget zich vooral door bij die geneesmiddelen die niet in de gewone apotheek te verkrijgen zijn, maar enkel afgeleverd worden door de ziekenhuisapotheker aan ambulante patiënten. Zij krijgen hun behandeling in het ziekenhuis, zonder dat ze er blijven overnachten. Vaak gaat het om dure, nieuwe geneesmiddelen. Vooral de geneesmiddelen tegen kanker en in mindere mate de geneesmiddelen die immuunreactie onderdrukken bij bepaalde chronische ontstekingen, nemen een steeds grotere hap uit het budget.
Tussen 2010 en 2019 stegen de kosten voor deze geneesmiddelen volgens de CM van 814 miljoen euro naar 2,15 miljard. En dat op een totaal geneesmiddelenbudget van 5,26 miljard. "Daarmee vormen zij de voornaamste oorzaak van de uitgavestijging van het geneesmiddelenbudget, zegt het christelijke ziekenfonds.
Het geneesmiddel met de grootste impact op het budget is het kankermiddel pembrolizumab. Per patiënt per jaar kost het bruto gemiddeld 53.430 euro. Alleen al bij CM waren er in 2019 1.575 patiënten die dit middel gebruiken. Van de tien geneesmiddelen heeft daratumubab, ook een geneesmiddel tegen kanker, met 70.729 euro de hoogste gemiddelde jaarlijkse bruto kostprijs per patiënt. In totaal kregen 438 CM-leden dit geneesmiddel toegediend
Sommige geneesmiddelen zijn per patiënt nog veel duurder, maar staan niet in de top tien aangezien weinig patiënten ermee behandeld worden. Voor galsulfase bijvoorbeeld, een middel gebruikt bij zeldzame stofwisselingsziekten, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse bruto kostprijs per patiënt maar liefst 632.180 euro.
Voor de patiënt zelf valt de kostprijs gelukkig mee, aangezien een groot deel van deze dure geneesmiddelen volledig worden terugbetaald door de ziekteverzekering. "Maar de evolutie is niettemin verontrustend. Een recente studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) toont aan dat een groot deel van de door hen bestudeerde kankermedicijnen terugbetaald worden zonder dat de echte voordelen voor de patiënt voldoende bewezen zijn", merkt de CM op.
Daar komt bovenop dat steeds meer nieuwe geneesmiddelen worden vergoed via vertrouwelijke overeenkomsten tussen de minister van Sociale Zaken en de farmaceutische bedrijven. Die laatste engageren zich om een deel van de kosten terug te betalen, waardoor de werkelijke kost voor de ziekteverzekering onbekend is. In 2019 was dat het geval voor 61 procent van de CM-uitgaven voor de geneesmiddelen.
"Het gebrek aan transparantie maakt het moeilijk om de kosteneffectiviteit van deze geneesmiddelen in te schatten en te rechtvaardigen", aldus Van Gorp. "Uiteraard zijn wij voorstander van innovatie, maar enkel op voorwaarde dat de nieuwe geneesmiddelen effectief meerwaarde bieden voor de patiënten. Vandaag is er daarover te weinig transparantie. We weten vaak niet wat de werkelijke kostprijs is van deze geneesmiddelen en de meerwaarde blijft onzeker. We kunnen ons dan ook de vraag stellen of de middelen van de ziekteverzekering wel efficiënt worden ingezet. We kunnen elke euro uiteindelijk maar één keer uitgeven."
Bron: Belga