Voor de meesten van ons zal het antwoord zeker hart- en vaatziekten zijn. Dat is waar, maar niet in rijke landen!
Deze verbazingwekkende vondst verscheen in de Lancet. Onderzoekers hebben de PURE (Prospective Urban Rural Epidemiology) studie uitgevoerd en geanalyseerd. Onderzoekers beoordeelden verschillen in de incidentie van veel voorkomende ziekten, ziekenhuisopnames en de bijbehorende sterfte onder volwassenen van 35-70 jaar uit 21 landen met alle drie de inkomensniveaus op vijf continenten. Wat ze origineel maakt, zeggen ze, is dat ze een gestandaardiseerde aanpak hebben gebruikt.
De studie verzamelde gegevens over meer dan 162.000 mensen tussen 2005 en 2016, gevolgd met een mediaan van 9,5 jaar. Tijdens de follow-up zijn 11.307 deelnemers (7%) overleden. Hiervan was voor 9329 (5,7%) de oorzaak hart- en vaatziekten, terwijl 5151 (3,2%) stierf aan kanker en 4386 (2,7%) stierf aan verwondingen. Op de vierde en vijfde plaats stonden longontsteking (n=2911, 1,8%) en COPD (n=1830, 1,1%).
Landen met een laag inkomen hebben meer te lijden gehad van dodelijke hart- en vaatziekten dan rijke landen: 7,1/1000 persoonsjaren tegenover 4.3. Het Comité is van mening dat de Commissie de nodige maatregelen moet nemen om de situatie in de landen met een laag inkomen te verbeteren. Echter, kanker, sterfgevallen door verwondingen, COPD en longontsteking waren hoger voor rijkere landen in vergelijking met armere landen.
Naarmate hart- en vaatziekten in veel landen afnemen, zal de sterfte aan kanker waarschijnlijk de belangrijkste doodsoorzaak worden. Volgens de auteurs is de hoge sterfte in de armere landen niet gerelateerd aan risicofactoren, maar kan deze wel verband houden met een slechtere toegang tot de gezondheidszorg.
Delen via e-mail