
Foto: Shutterstock
Dit is de vraag die een groep Europese onderzoekers wilde beantwoorden door 20 veelgebruikte geneesmiddelen en hun effecten op de microbiota en het metaboloom te bestuderen.
Hun analyse betrof 2173 in Europa wonende mensen uit het MetaCardis-cohort. Hun doel was de relaties te ontdekken tussen 20 verschillende geneesmiddelen en de functies van de microbiota in relatie tot de ziekten waarvoor de patiënten werden behandeld, zoals hypertensie of diabetes type 2.
Ze deden enkele verrassende ontdekkingen. De combinatie van een lisdiureticum met een betablokker verhoogt het gehalte aan Roseburia, een bacterie die voedingsvezels kan afbreken. Deze bacteriën produceren boterzuur dat ontstekingen vermindert en ons epigenoom reguleert. Statines verbeteren ook de toestand van de microbiota. Daarentegen worden protonpompremmers in verband gebracht met een afbraak van de colonmicrobiota met een toename van orale bacteriën in het colon, hetgeen het oncologische risico zou kunnen verhogen. Het is niet verrassend dat het gebruik van antibiotica ook de microbiota verstoort. Bacteriële diversificatie van de microbiota wordt over het algemeen geassocieerd met een goede gezondheid, terwijl mensen met chronische ziekten minder diversificatie vertonen, wat een vicieuze cirkel in de hand zou kunnen werken.
Combinatorial, additive and dose-dependent drug–microbiome associations