
Foto: Shutterstock
De coronacrisis lijkt vooralsnog weinig invloed te hebben op de tevredenheid van 60-plussers. Dat blijkt dinsdag uit een onderzoek van de Koning Boudewijnstichting bij ruim 2.000 60- tot 84-jarigen die niet hulpbehoevend zijn. Senioren voelen zich in het algemeen gelukkig, maar bij 75-plussers neemt het gevoel van eenzaamheid wel toe.
Zeven op de tien van de 60-plussers geven zelf aan dat hun gezondheid op dit ogenblik goed is. Een minderheid van 3 procent geeft een slechte gezondheid aan, 13 procent geeft wel aan dat hun gezondheid slechter geworden is vergeleken met een jaar geleden. Qua geluk geeft de gemiddelde 60-plusser een score van 7,4 op 10, het hoogste cijfer van alle leeftijdsgroepen blijkt uit ander onderzoek.
In vergelijking met het vorige onderzoek in 2017 is de eenzaamheid bij 75-plussers wel gestegen. Bijna een kwart van de 75- tot 79-jarigen voelt zich meerdere keren per week (17 procent, tegen 8 procent in 2017) tot zelfs dagelijks (6 procent, tegen 3 procent in 2017) eenzaam. 36 procent voelt zich af en toe eenzaam, en het aantal mensen die zich nooit eenzaam voelt, zakt onder de helft (van 63 procent in 2017 naar 44 procent in 2020). Bij de 80- tot 84-jarigen zijn de cijfers zelfs nog prangender, daar voelt 13 procent zich dagelijks eenzaam.
Een belangrijke vraag voor veel mensen, is waar ze in de laatste fase van hun leven wensen te wonen. Meer nog dan in 2017 blijft de eigen woning bij een overgrote meerderheid de voorkeur genieten, ook als men niet meer volledig zelfstandig zal kunnen wonen. Mensen verkiezen thuis te blijven wonen, met professionele of informele hulp en eventueel een verbouwing. Toch valt ook op dat 10 procent een woonzorgcentrum verkiest als hij of zij niet meer zelfstandig kan wonen, een cijfer dat zo goed als stabiel blijft tegenover drie jaar geleden (11 procent).
Voorbij de drempel van 75 jaar verwachten ook veel meer mensen stilaan hulp en verzorging nodig te gaan hebben. Op de vraag door wie men liefst verzorgd zou worden als men hulpbehoevend wordt, antwoordt 49 procent 'mijn partner', in 2017 was dat 44 procent. Vijfendertig procent wil door de kinderen verzorgd worden (tegenover 38 procent in 2017). Daarnaast neemt de openheid tegenover het inroepen van de hulp van professionele zorgverleners wel duidelijk toe: van 34 procent in 2017 naar 47 procent in 2020.
Uit het onderzoek blijkt ook dat senioren niet afkerig staan tegenover technologie. Het meest ingeburgerd is het personenalarm: 80 procent wil dit gebruiken. Maar ook één op de drie zestigers staat open voor waarschuwingssystemen met sensoren of camera's in huis. Boven de leeftijd van 75 jaar neemt de interesse in technologie wel af. Deze ouderen gebruiken veel minder communicatiemiddelen als Whatsapp, Messenger of videobellen, en ze staan er minder voor open, ook niet in het kader van zorg.