
Foto: Shutterstock
Er is een zorgwekkend tekort aan natuur en bomen in de Belgische stads- en dorpskernen. Dat blijkt dinsdag uit een analyse van Greenpeace België op basis van een kaart ontwikkeld door DataLab, een collectief van datawetenschappers. Vooral minder gegoede gemeenten scoren ondermaats.
De kaart brengt voor elk gebouw in België de toegang tot stedelijke natuur in beeld volgens de 3-30-300-regel, die intussen ook door de Vlaamse overheid is aangenomen als groennorm. Dat betekent dat iedereen vanuit zijn huis drie bomen zou moeten zien, er 30 procent bladerdek zou moeten zijn in de woonomgeving en er op maximum 300 meter toegang zou moeten zijn tot een significante oppervlakte toegankelijke natuur. Voor het onderzoek werd de ondergrens voor dat laatste wegens methodologische redenen o p 0,2 hectare gelegd, een flink stuk lager dan de aanbevolen hectare (of 0,5 ha in stedelijk gebied).
Maar minstens een miljoen mensen gaan zelfs onder die absolute ondergrens door, blijkt uit de analyse. Daarnaast voldoet in 101 Belgische steden en gemeenten geen enkele woning aan de 3-30-300 regel. Dat is onder meer het geval in Moeskroen, Verviers en Tienen. Daartegenover staat dat in slechts 18 gemeenten meer dan de helft van de gebouwen over voldoende groen beschikt. Het gaat dan onder meer om Genk, Brasschaat en Viroinval.
Vooral in dichtbevolkte gebieden is de toegang tot voldoende natuur een knelpunt. In net geen driekwart van de honderd steden en gemeenten met het hoogste bevolkingsaantal voldoet minder dan een op de tien gebouwen aan de regel. Daaronder vallen Antwerpen, Gent en Charleroi. Tot de slechtste leerlingen van de klas behoren onder meer Sint-Gillis, Etterbeek, Moeskroen, Nijvel, Waterloo, Tienen, Menen en Izegem.
"Onze analyse toont dat er een zorgwekkend tekort aan natuur in woonkernen is. Bomen en toegankelijke natuur zijn nochtans een investering in de basisinfrastructuur van een stad: ze maken ons gelukkiger, gezonder, en weerbaarder tegen de klimaatcrisis", duidt Ruth-Marie Henckes, campagneleider Biodiversiteit bij Greenpeace België.
Uit de analyse blijkt ook dat vooral rijke gemeenten over voldoende groen beschikken, terwijl minder gegoede gemeenten het met merkelijk minder groene ruimte moeten doen. Daarnaast is het groen ook in gemeenten zelf vooral terug te vinden in de rijkere wijken.
"Bomen en parken zijn ongelijk verdeeld: de rijkste wijken en gemeenten zijn het groenst, terwijl de armsten op beton uitkijken. Het gevolg is dat ook de gezondheidsvoordelen van een groene woonomgeving ongelijk verdeeld zijn. Arme buurten zullen ook heter zijn tijdens hittegolven, en diezelfde mensen moeten zich verder verplaatsen om verkoeling te vinden. Deze onrechtvaardigheid moet dringend aangepakt worden", zegt Henckes.
Greenpeace roept lokale lijsttrekkers dan ook op om de tijdens de volgende bestuurstermijn werk te maken van het schrijnend tekort aan en de ongelijke verdeling van stedelijke natuur.
Vooral op het vlak van kroonbedekking scoort België heel slecht. Een kroonbedekking van 30 procent is echter noodzakelijk voor warmteregulatie in verstedelijkt gebied, en helpt ook diabetes, hart-en vaatziekten en slapeloosheid bestrijden. Daarom raadt Greenpeace onder meer aan om strenger toe te zien op het behoud van bestaande bomen bij bouwwerkzaamheden.
Tot slot moet ook de kwaliteit van publiek beschikbare data verbeteren om zo de data diepgaander en beter te kunnen onderzoeken.
bron: belga