
Foto: Shutterstock
De wereldwijde mazelenepidemie benadrukt de dringende noodzaak van een debat over het vervroegen van de eerste vaccinatiedosis om zuigelingen beter te beschermen.
Een systematische review, geleid door het Murdoch Children’s Research Institute (MCRI), toont aan dat vaccinatie vanaf 4 maanden de immunologische leemtes zou kunnen opvullen. Op dit moment beschikt slechts 30% van de zuigelingen in landen met een laag of middeninkomen over beschermende maternale antistoffen op die leeftijd — ver onder de aanbevelingen van de WHO, die de eerste dosis tussen 9 en 12 maanden adviseert.
De auteurs analyseerden 34 studies met in totaal 8000 zuigelingen jonger dan 9 maanden. Hieruit bleek dat maternale antistoffen snel afnemen: van 81% bij de geboorte tot 30% op 4 maanden en slechts 18% op 7 maanden. Volgens Dr. Lien Anh Ha Do kan een eerste dosis tussen 4 en 7 maanden een positieve immuunrespons opwekken en effectief beschermen tegen mazelen.
Toch wijzen de onderzoekers ook op logistieke en ethische uitdagingen: kosten, vaccinatietwijfel, een mogelijke afname van de effectiviteit van het vaccin op lange termijn, en de complexiteit van het toevoegen van een derde dosis in al overbelaste zorgsystemen. Ter herinnering: een vaccinatiegraad van 95% is nodig voor groepsimmuniteit — een doel dat sinds de COVID-19-pandemie nog moeilijker te bereiken is.
De toename van het aantal wereldwijde gevallen, bijna 400.000 in 2024, onderstreept de urgentie om innovatieve strategieën te onderzoeken, waaronder een vervroegd vaccinatieschema en snelle diagnostische tools voor vroege detectie en een betere epidemiologische respons.