Foto: Shutterstock
Dit is waarschijnlijk het grootste Europese onderzoek naar kanker en de zeer ongelijke gevolgen ervan op het Europese continent. Een (hogere) upgrade is essentieel…
De onderzoekers verzamelden tussen 1990 en 2015 in 18 Europese landen gegevens van volwassenen tussen de 40 en 79 jaar over kankersterfte. Deze gegevens werden geharmoniseerd en geanalyseerd volgens opleidingsniveau, socio-economisch niveau en geslacht. Zo konden ze absolute en relatieve onderwijsongelijkheden, temporele trends beoordelen aan de hand van geschatte jaarlijkse variaties in percentages en het aandeel van kankersterfte in verband met onderwijsongelijkheden.
Eerste observatie: een laag opleidingsniveau verhoogt het sterftecijfer aan kanker, vooral die gerelateerd aan roken en infecties. De omvang van de ongelijkheid varieert echter sterk tussen landen en in de loop van de tijd, voornamelijk als gevolg van verschillen in kankersterfte in groepen met een laag opleidingsniveau, omdat voor veel soorten kanker mensen met een hoger opleidingsniveau meer vergelijkbare (en lagere) percentages vertonen, ongeacht het land. Dit geldt ook voor ons voor de meeste vormen van kanker.
Een lage sociaaleconomische status verhoogt het risico op overlijden door kanker. Er bestaan echter ongelijkheden tussen landen. In armere landen zijn het dus sociaal-educatieve ongelijkheden die de belangrijkste spil vormen met betrekking tot sterfgevallen, terwijl in rijkere landen economische ongelijkheden met betrekking tot sterfte vaak vrouwen treffen, zelfs in de Noordse landen. Ten slotte zijn er vooral geografische verschillen voor de allerarmsten. Met andere woorden, wat de kankersterfte betreft, hebben de armsten in een geprivilegieerd land een betere overlevingskans dan in een achtergesteld land.
https://www.thelancet.com/journals/lanepe/article/PIIS2666-7762(22)00247-2/fulltext
Delen via e-mail