
Foto: Shutterstock
Vlaamse huisartsenpraktijken slagen er beter in om degelijke chronische zorg te verstrekken indien ze geholpen worden door een verpleegkundige of secretariaatsmedewerker. En het huisartsentekort speelt daar een grote rol in, stellen onderzoekers van de Universiteit Antwerpen.
Doordat de bevolking ouder wordt, nemen ook de ouderdomsziekten toe en die moeten regelmatig worden opgevolgd. "Helaas heeft de huisarts het vaak zelf te druk met de dagelijkse raadplegingen", zegt onderzoekster Katrien Danhieux (UA). Haar studie concentreerde zich op de zorgverstrekking rond diabetes in bijna zeventig praktijken in Vlaanderen.
"We namen drie soorten van huisartsenpraktijken onder de loep", vertelt Danhieux. "Aan de ene kant onderzochten we monodisciplinaire praktijken waar enkel huisartsen werken, aan de andere kant multidisciplinaire praktijken waar ook diëtisten en verpleegkundigen aan de slag zijn." Die laatste groep werd verder opgedeeld in 'prestatiegerichte' praktijken (de arts wordt vergoed per prestatie) en 'forfaitaire' praktijken (de praktijk krijgt een vast bedrag per patiënt).
Uit het onderzoek blijkt dat multidisciplinaire praktijken beter scoren dan hun monodisciplinaire tegenhangers. Forfaitaire praktijken, met een vast bedrag per patiënt, scoren ook beter dan prestatiegerichte praktijken. "Door zich te omringen met paramedische beroepen, kunnen de huisartsenpraktijken gepastere chronische zorg aanbieden", aldus nog Danhieux. "Vooral wanneer verpleegkundigen de arts in de praktijk bijstaat, verloopt alles vlotter."
Chronische zorg vereist een proactieve aanpak, waarschuwt het onderzoek. Een persoon met diabetes heeft meestal weinig klachten en is daardoor niet geneigd om zelf naar de dokter te gaan. "Maar als je je niet laat controleren, verergert je chronische ziekte en ontwikkel je complicaties."
"En net daarom is het ondersteunend personeel zo belangrijk", zegt Danhieux. "Zij kunnen bijvoorbeeld controleconsultaties inplannen. Bovendien hebben verpleegkundigen vaak meer tijd tijdens een consultatie om patiënten uitleg te geven." Ook een goede secretariaatsmedewerker blijkt een zegen te zijn voor een praktijk, volgens het onderzoek.
Ondertussen pleit Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) voor een zogenaamde New-Dealpraktijk: een hybride structuur tussen een forfaitair en een prestatiegericht model. "Al verschillen de artsen onderling van mening hoe de praktijk van morgen net georganiseerd moet worden", stellen de onderzoekers nog.
Zo liet Johan Blanckaert van artsenvakbond BVAS zich onlangs kritisch uit over het forfaitair model. "Jonge artsen worden al vanop de universiteitsbanken geïndoctrineerd met de gedachte dat forfaitaire betaling het beste systeem is, tegen alle evidentie in", klonk het.
"Ons onderzoek toont aan dat dergelijke uitspraken onterecht zijn", besluit Danhieux. "Wat chronische zorg betreft, wijst ons onderzoek erop dat de kwaliteit wel degelijk beter is in forfaitaire praktijken. Daarbovenop verschilt het doelpubliek van een prestatiegerichte praktijk doorgaans met die van een forfaitaire praktijk. Het zijn vaak de mensen die het moeilijker hebben in onze samenleving die beroep doen op dat laatste model."
Bron: Belga