
Foto: Shutterstock
Het lijkt misschien een triviale vraag, maar met een sterftecijfer dat de 20% benadert, blijven hartaanvallen een meedogenloze moordenaar.
Ter gelegenheid van het congres van de Europese Vereniging voor Cardiologie, dat virtueel plaatsvindt, wordt vandaag een nieuwe consensus over de behandeling van het acuut coronair syndroom zonder ST-opheffing online gepubliceerd in het European Heart Journal en op de website van het ESC.
Pijn op de borst is het meest voorkomende symptoom, met pijn die uitstraalt naar één of beide armen, nek of kaak. Iedereen met deze symptomen moet onmiddellijk een ambulance bellen. Complicaties zijn onder andere levensbedreigende hartritmestoornissen (aritmieën), die een andere reden zijn om dringende medische hulp te zoeken.
De behandeling richt zich op de onderliggende oorzaak. Voor het eerst wordt in de richtlijnen echter aanbevolen om met behulp van beeldvorming andere oorzaken aan te wijzen, zoals een scheur in een bloedvat dat naar het hart leidt.
Voor de diagnose vertoont het elektrocardiogram (ECG) geen kenmerkende veranderingen, wat normaal kan zijn. De belangrijkste stap is het meten van troponine. Als de niveaus normaal zijn, moet de meting een uur later worden herhaald om de diagnose uit te sluiten. Als de niveaus verhoogd zijn, wordt een ziekenhuisopname aanbevolen om de ernst van de ziekte nauwkeuriger te kunnen beoordelen en een behandelingsstrategie te kunnen bepalen.
Aangezien de hoofdoorzaak gerelateerd is aan atherosclerose, is er een groot risico op herhaling, wat ook fataal kan zijn. Patiënten moeten antistollingsmiddelen en lipidenverlagende behandelingen krijgen voorgeschreven.Gedragsverandering en medicatietrouw zijn het meest effectief wanneer patiënten worden ondersteund door een multidisciplinair team van cardiologen, huisartsen, verpleegkundigen, diëtisten, fysiotherapeuten, psychologen en apothekers.
Specialisten benadrukten ook dat de kans op een nieuwe hartaanval tijdens de seksuele activiteit laag is voor de meeste patiënten, en regelmatige lichaamsbeweging vermindert dit risico. Zorgverleners moeten patiënten vragen naar hun seksuele activiteit en advies en begeleiding bieden.