Foto: Shutterstock
De etiologie van niet-coeliakie glutenovergevoeligheid (NCGO), een aandoening die naar schatting 10 tot 15% van de wereldbevolking treft, moet worden herzien om een betere zorg te bieden aan de patiënten die eraan lijden.
Een grondige analyse van bestaande studies suggereert dat de gastro-intestinale en systemische symptomen — zoals een opgeblazen gevoel, buikpijn en vermoeidheid — die vaak aan gluten worden toegeschreven, niet hoofdzakelijk door deze eiwitstof zelf worden veroorzaakt.
Volgens Australische onderzoekers reageren de meeste patiënten met NCGO niet op gluten zelf. Gecontroleerde studies tonen aan dat de symptomen vaker worden uitgelokt door fermenteerbare koolhydraten (FODMAP’s), andere bestanddelen van tarwe, of sterk worden beïnvloed door de verwachtingen van de patiënt en het placebo-effect. In vergelijkende onderzoeken verschilden de reacties op gluten vaak niet van die op een placebo.
Deze bevindingen plaatsen NCGO binnen een breder spectrum van darm-herseninteracties, waardoor de aandoening dichter komt te liggen bij functionele stoornissen zoals het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) dan bij een specifieke glutenintolerantie. Dit nieuwe inzicht is essentieel voor clinici om patiënten beter te kunnen identificeren en behandelen. Het onderscheid tussen NCGO en verwante darmziekten is cruciaal voor een nauwkeurige diagnose en gepersonaliseerde zorg.
Een succesvolle behandeling moet dieetaanpassingen combineren met psychologische ondersteuning, terwijl een adequate voeding behouden blijft en onnodige voedselrestricties worden vermeden. De auteurs pleiten bovendien voor een verandering in de publieke gezondheidsboodschappen, weg van het idee dat gluten van nature schadelijk is.
Non-coeliac gluten sensitivity
Delen via e-mail