Foto: Shutterstock
Vanaf 2027 komt er een einde aan rookruimtes, zoals in de horeca en op de luchthaven. Voor de woonzorgcentra komt er een uitzondering. Meer zelfs, volgens de bestaande Vlaamse regels zijn woonzorgcentra verplicht in een volwaardige rookruimte te voorzien. CD&V-parlementslid Loes Vandromme wil graag af van die verplichting. Zij wil woonzorgcentra de vrijheid geven om, in samenspraak met de bewoners en hun families, te beslissen over het voortbestaan van de rookruimtes.
Het verbod op rookruimtes is een onderdeel van het rookbeleid van de federale regering. Vanaf 1 januari 2027 zijn die definitief verboden, net zoals roken op terras. Maar daarop komt één uitzondering, de woonzorgcentra mogen wel nog steeds een rookruimte hebben. Dat heeft het kabinet van bevoegd minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) bevestigd aan Het Nieuwsblad.
"Een woonzorgcentrum is geen publieke ruimte zoals een café of station. Het is het thuis van onze bewoners", zegt ook CD&V-parlementslid Loes Vandromme.
Vandromme wijst erop dat de Vlaamse regelgeving woonzorgcentra verplicht om in een volwaardige rookruimte te voorzien. Die ruimte moet "voldoende groot en vlot bereikbaar zijn en moet beschikken over aangepaste ventilatie". Bewoners mogen niet verplicht worden buiten te roken: de rookruimte moet zich in of vlak bij het gebouw bevinden en beschut toegankelijk zijn. Is die rookruimte er niet, dan beschouwt de inspectie dat als een inbreuk, merkt Vandromme op.
Maar volgens het CD&V-parlementslid is de verplichting wat doorgeschoten. "De verplichting om in rookruimtes te voorzien lijkt haaks te staan op de maatschappelijk en medische consensus dat roken de belangrijkste vermijdbare leefstijlfactor is die ziekte en overlijden veroorzaakt", klinkt het. Vandromme pleit ervoor om de woonzorgcentra zelf de keuze en de autonomie te geven om een "rookbeleid te ontwikkelen dat afgestemd is op hun bewoners". "Zo behouden we het evenwicht tussen gezondheid, vrijheid en werkbaarheid", besluit ze.
bron: belga
Delen via e-mail