
De identificatie van een nieuw veelbelovend antibacterieel middel vormt een belangrijke stap in de strijd tegen antimicrobiële resistentie — een bedreiging die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt beschouwd als een van de grootste gevaren voor de wereldgezondheid. Misschien is er binnenkort goed nieuws...
Onderzoekers hebben namelijk de ontdekking gerapporteerd van een krachtig antibioticum, pre-methylénomycine C-lacton, dat “verborgen in het volle zicht” bleek te zijn — als chemisch tussenproduct in de biosynthetische route van het bekende antibioticum methylénomycine A.
Door bepaalde biosynthetische genen uit te schakelen, ontdekten ze twee tot dusver onbekende tussenproducten, die allebei een sterkere antibacteriële werking vertoonden dan methylénomycine A zelf. Vooral pre-methylénomycine C-lacton bleek meer dan 100 keer actiever tegen Gram-positieve bacteriën zoals Staphylococcus aureus en Enterococcus faecium — de bacterie die verantwoordelijk is voor vancomycineresistente enterokokkeninfecties. Bemoedigend is dat er geen bewijs van bacteriële resistentie tegen pre-methylénomycine C-lacton werd gevonden bij Enterococcus, zelfs niet onder omstandigheden die normaal gesproken resistentie tegen vancomycine (vaak een laatste redmiddel) veroorzaken.
Deze lacton wordt geproduceerd door Streptomyces coelicolor, een bacterie die al sinds de jaren 1950 bekend is in de farmaceutische wereld. Dit resultaat wijst op een nieuw paradigma in antibioticumontdekking: het testen van tussenproducten in de biosynthetische routes van natuurlijke verbindingen kan leiden tot middelen die beter bestand zijn tegen resistentie.
Dankzij zijn eenvoudige chemische structuur, hoge werkzaamheid en schijnbaar weerstandsvrije profiel is pre-methylénomycine C-lacton een veelbelovende kandidaat — een verbinding die potentieel honderdduizenden levens per jaar zou kunnen redden.
Delen via e-mail