
In 2022 hebben net geen 3.000 patiënten euthanasie ondergaan. Hun aantal steeg met 9,85 procent ten opzichte van het jaar voordien, zo meldt de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie vrijdag in een persbericht. Ook in 2021 was er zo'n stijging, toen ging het om plus 10,4 procent.
De Commissie ontving 2.966 registratiedocumenten betreffende euthanasie. Het gaat om patiënten die vorig jaar euthanasie ondergingen. Zowat 70 procent van de patiënten was ouder dan 70 jaar en 42,2 procent was ouder dan 80 jaar. De patiënten tussen 80 en 89 jaar oud vormen de grootste groep (29,2 procent). Euthanasie onder de 40 jaar blijft zeer beperkt (1,2 procent).
De meeste patiënten die voor euthanasie kozen, leden aan kanker (59,9 procent, 1.776 patiënten). Patiënten met een combinatie van verschillende chronische en ongeneeslijke aandoeningen (polypathologie) vertegenwoordigden 19,6 procent (582). Bij 0,9 procent van de uitgevoerde euthanasies koos de patiënt voor de levensbeëindiging omwille van een psychiatrische aandoening (26). Cognitieve stoornissen zoals dementie vertegenwoordigen 1,4 procent (42).
De meerderheid van de patiënten (72,4 procent) leed zowel lichaamlijk als psychisch - niet te verwarren met een psychiatrische aandoening. Bij 25,4 procent was er alleen fysiek lijden en 2,2 procent kende alleen psychisch lijden.
In bijna alle gevallen volgde de euthanasie na een actueel verzoek. In 19 gevallen was er een voorafgaande wilsverklaring bij patiënten die onomkeerbaar niet meer bij bewustzijn waren.
Zeven op de tien patiënten zijn Nederlandstalig (70,4 procent): 2.089 patiënten of 82 meer dan in 2021. De stijging bij de ontvangen Franstalige documenten was groter: + 184 tot 877.
In coronajaar 2020 was het aantal uitgevoerde euthanasies nog gedaald naar 2.445.
Bron: belga