
Het risico dat een vrouw een doodgeboren baby krijgt, is in Sub-Sahara-Afrika zeven keer groter dan in Europa en Noord-Amerika. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Verenigde Naties.
Het rapport laat wel zien dat er sinds 2000 flinke vooruitgang is geboekt in de strijd tegen doodgeboorte en kindersterfte. Het wereldwijde sterftecijfer bij kinderen onder vijf jaar daalde met de helft, bij oudere kinderen en jongeren met 36 procent. De doodgeboortes daalden met 35 procent.
Maar, zo zeggen de onderzoekers, de vooruitgang gaat minder snel sinds 2010. En er is ongelijkheid: 54 landen zullen de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen voor kindersterfte niet halen. Die doelstellingen werden bij de VN in 2015 vastgelegd om na te streven tegen 2030.
Vooral in Sub-Sahara Afrika is er nog veel werk te doen. "Enkel door de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg te verbeteren, vooral rond het moment van de geboorte, zullen we de ongelijkheid kunnen verminderen en vermijdbare sterfte onder pasgeboren baby's en kinderen wereldwijd stoppen", luidt het.
Sub-Sahara Afrika was vorig jaar goed voor 29 procent van de wereldwijde geboortes, terwijl 56 procent van de overlijdens van kinderen onder vijf jaar in de regio genoteerd werd. Bijna de helft van de doodgeboortes gebeurden in Sub-Sahara-Afrika. Kinderen die daar worden geboren, lopen het hoogste risico om te sterven in hun kindertijd. Het risico is volgens de studie liefst vijftien keer hoger dan in Europa en Noord-Amerika.
Bron: Belga