
Basis- en secundaire scholen bieden vandaag beduidend minder ongezonde dranken en tussendoortjes aan dan in 2018. Bijna 90 procent van de secundaire scholen biedt geen gesuikerde frisdranken meer aan en 85 procent van de basisscholen voorziet nooit meer fruitsap. Dat blijkt uit de monitoring van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw in 2021 bij 437 basisscholen en 161 secundaire scholen.
De positieve resultaten worden onder meer toegeschreven aan een engagementsverklaring door een breed veld onderwijspartners en leveranciers uit 2016 met als doel dat scholen tegen 2021 een evenwichtiger aanbod aan dranken en tussendoortjes zouden aanbieden, meldt het instituut dinsdag.
In het basisonderwijs worden minder fruitsap, gezoete melkdranken en calciumverrijkte sojadranken aangeboden. 85 procent van de basisscholen biedt nooit fruitsap aan (67 pct in 2018 en 48 pct in 2015). Verder biedt 91 procent van de basisscholen nooit gezoete melkdranken en calciumverrijkte sojadranken zoals chocomelk aan (tegen 85 pct in 2018 en 53 pct in 2015). Net zoals in 2018 zijn in zo goed als geen enkele school (99 pct) groentesap, gearomatiseerd water en dranken op basis van granen, noten en zaden verkrijgbaar. Verder blijken ongezonde tussendoortjes bijna volledig gebannen uit de basisscholen.
Ook de secundaire scholen kiezen er steeds meer voor om gesuikerde frisdranken (88 pct tegenover 31 pct in 2015), isotone sportdranken (97 pct tegenover 84 pct in 2018 en 67 pct in 2015) of gesuikerde fruitdranken en -nectars (95 pct tegenover 87 pct in 2018) uit hun aanbod te schrappen.
Bijna alle basis- en secundaire scholen (97 pct) volgden in 2021 de aanbeveling om elke dag water aan te bieden. Tegenover 2018 bieden meer basis- en secundaire (+ 22 pct) scholen dagelijks verse groenten als tussendoortje aan.
Voor het dagelijkse aanbod van vers fruit stelt het instituut alleen in het basisonderwijs een lichte stijging vast. "Over het algemeen een positieve evolutie, al gaat het steeds nog maar om ongeveer een vijfde van de basisscholen (fruit: 21 pct; groenten: 17 pct) en een kwart van de secundaire scholen (fruit: 22 pct; groenten: 30 pct) die deze aanbeveling volgt."
"Gezonde voeding voor kinderen is een gedeelde verantwoordelijkheid. In de eerste plaats van de ouders, maar ook scholen kunnen hun steentje bijdragen - en ze doen dat ook steeds meer", zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. "Ongezonde producten verdwijnen uit de scholen en er zijn steeds meer gezonde tussendoortjes. Deze evolutie zet zich door zonder dwang of grote verplichtingen: scholen denken hier zelf over na en nemen zelf beslissingen. Goede samenwerking op basis van vrijwilligheid werpt hier letterlijk en figuurlijk vruchten af."
Bron: Belga