
In de aanloop naar het zomerseizoen heeft de Europese Commissie de lidstaten voorgesteld om de beperkingen op niet-essentiële reizen naar de Europese Unie te versoepelen voor derdelanders die gevaccineerd zijn tegen COVID-19.
"Het is tijd om de Europese toeristische industrie te laten herleven en weer op een veilige manier aan te knopen met vriendschappen over de grenzen heen", zo kondigde voorzitter Ursula von der Leyen het voorstel aan.
Von der Leyen had er vorige week al op gezinspeeld dat Amerikaanse toeristen die gevaccineerd zijn tegen COVID-19 deze zomer opnieuw welkom zouden zijn op het oude continent. Nu heeft haar Commissie een concreet voorstel voor reisversoepelingen voor derdelanders klaar.
Zo wil de Commissie het verbod op niet-essentiële reizen opheffen voor gevaccineerde personen uit derde landen. Ze moeten wel ten laatste 14 dagen voor hun afreis volledig ingeënt zijn met één van de vaccins die in de EU zijn goedgekeurd. Dat zou eventueel uitgebreid kunnen worden naar vaccins die op de lijst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor noodgebruik staan. Dat is bijvoorbeeld voor Chinese en Russische vaccins momenteel nog niet het geval.
Daarnaast bepleit de Commissie ook een uitbreiding van de lijst van derde landen wier inwoners opnieuw naar de EU mogen reizen omdat de coronasituatie in hun thuisland onder controle is. Momenteel staan er slechts zeven landen op die lijst: Australië, Nieuw-Zeeland, Rwanda, Singapore, Zuid-Korea, Thailand en China, op voorwaarde van wederkerigheid.
De Commissie hoopt de lijst uit te breiden door middel van een versoepeling van een drempelwaarde. Concreet wil ze de drempel voor het aantal nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners in een bestek van 14 dagen optrekken van 25 naar 100. Dat is nog steeds beduidend lager dan het huidige EU-gemiddelde van 420, onderstreept de Commissie. Er zijn ook nog andere criteria die blijven meespelen bij beslissingen om de lijst uit te breiden. Wederkerigheid is zo'n belangrijk principe.
Als tegengewicht voor deze versoepelingen bepleit de Commissie een noodremprocedure om te vermijden dat nieuwe gevaarlijke varianten uit derde landen zich verspreiden in de EU. Bij een aanzienlijke toename van het aantal infecties met een zorgwekkende variant in een bepaald derde land kunnen de lidstaten snel en gecoördineerd beslissen om de grenzen te sluiten voor die inwoners.
Het voorstel van de Commissie is een aanbeveling aan de lidstaten. Zij hebben het laatste woord over welke derdelanders ze al dan niet op hun grondgebied toelaten. De Commissie probeert de nationale overheden wel aan te zetten hun beslissingen zoveel mogelijk te coördineren. De ambassadeurs van de 27 lidstaten buigen zich woensdag een eerste keer over de tekst. De Commissie hoopt dat ze tegen eind mei een akkoord kunnen bereiken.
Om reizen binnen de EU te vergemakkelijken, wordt normaliter in de loop van volgende maand een Europees vaccinatiecertificaat ingevoerd. Ook de derdelanders zullen aan de buitengrenzen van de EU een certificaat moeten voorleggen dat bewijst dat ze ingeënt zijn met een toegelaten vaccin.