
Afgelopen week, tussen 29 januari en 4 februari, bedroeg de positiviteitsratio in ons land 5,4 procent. Dat blijkt maandag uit recente cijfers van gezondheidsinstituut Sciensano. Het percentage ligt het hoogst bij tieners en 65-plussers.
De positiviteitsratio is het percentage positieve testen op het totaal aantal uitgevoerde testen. Vorige week werden in ons land in totaal 352.482 tests uitgevoerd, de positiviteitsratio voor die periode bedroeg 5,4 procent. Het getal schommelt al geruime tijd rond de 5 procent. Op de piek van de tweede golf, in de week van 26 oktober tot 1 november, lag het percentage nog op 28,5 procent.
De positiviteitsratio is met 5 procent op dit moment het laagst bij 0- tot 9-jarigen, daar werden afgelopen periode ook het minst aantal tests uitgevoerd (31.762). In de leeftijdscategorie 20-39 jaar lag het percentage op 5,1 procent (106.172 uitgevoerde tests), bij 40- tot 64-jarigen op 5,4 procent (108.590 uitgevoerde tests).
Het hoogste percentage werd gevonden bij de 10- tot 19-jarigen en bij de 65-plussers. Bij de tieners werden er afgelopen week 44.705 tests uitgevoerd, 5,8 procent daarvan gaf een positief resultaat. In de oudere leeftijdsgroep waren er 60.284 uitgevoerde tests, ook daarvan bracht 5,8 procent een coronabesmetting aan het licht.
De positiviteitsratio is een van de drie kernfactoren die ons land in rekening brengt voor mogelijke versoepelingen van de coronamaatregelen. Het getal moet onder de 3 procent liggen, dus maximum 1 staal op 33 mag positief zijn. De andere twee factoren zijn het aantal ziekenhuisopnames en het aantal besmettingen, die moeten respectievelijk onder de 75 en de 800 liggen vooraleer er sprake kan zijn van versoepelingen.