
In 2020 is het aantal uitkeringen voor ouderschapsverlof met meer dan 30 procent gestegen, blijkt donderdag uit cijfers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Die aanzienlijke stijging kwam er vooral door het corona-ouderschapsverlof, dat werd ingeroepen om ouders te helpen bij de combinatie van werk en opvang van de kinderen.
Er waren in 2020 per maand gemiddeld 252.046 uitkeringsgerichtigden in een onderbrekingsstelsel, een stijging met 1,1 procent in vergelijking met 2019. Het gaat dan zowel om mensen die tijdskrediet of loopbaanonderbreking nemen en de zogenaamde thematische verloven, zoals ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor erkende mantelzorgers.
Op het vlak van tijdskrediet, dat alleen geldt in de private sector, tekende er zich het afgelopen jaar een daling op. Gemiddeld ontvingen maandelijks 95.000 mensen daarvoor een onderbrekingsuitkering. Dat is 11,5 procent minder dan in 2019, toen er per maand 107.392 personen hiervoor een uitkering kregen. De meeste van die uitkeringen betreffen het eindeloopbaanstelsel, waarmee oudere werknemers hun werkregime verlichten op het einde van hun carrière.
Ook het aantal uitkeringen voor loopbaanonderbreking in de publieke sector ging met 11,9 procent achteruit. Gemiddeld keerde de RVA per maand 47.303 uitkeringen uit, tegenover 53.676 een jaar eerder. Ook hier gaat het in bijna twee op de drie uitkeringen om het eindeloopbaanstelsel.
Bij de thematische verloven was er een stijging van 24,3 procent: gemiddeld 109.743 uitkeringen per maand tegenover 88.299 in 2019. Het aantal uitkeringen voor verlof voor medische bijstand bleef quasi stabiel, maar de stijging bij het ouderschapsverlof springt in het oog. Zo werden in 2020 per maand gemiddeld 90.339 onderbrekingsuitkeringen voor ouderschapsverlof toegekend, een stijging met 31 procent. Dat komt grotendeels door het corona-ouderschapsverlof, dat in het leven werd geroepen om ouders te helpen bij de combinatie van werk en opvang van de kinderen.
Het zijn vooral vrouwen die tijdskrediet, loopbaanonderbreking of thematisch verlof nemen. In december 2020 ging het om 149.451 vrouwelijke uitkeringstrekkers (64,4 procent) tegenover 82.740 mannelijke (35,6 procent). Verder wordt vooral in het Vlaams Gewest gebruik gemaakt van de onderbrekingsuitkeringen. In de meeste gevallen gaat het om een vermindering van het werkregime met een vijfde.