De federale regering moet zo snel mogelijk een volwaardige wettelijke basis voor de coronamaatregelen uitwerken. Dat vindt de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA), de vroegere Privacycommissie.
Zondag publiceerde minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) een nieuw ministerieel besluit over de vrijdag aangekondigde maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Daaruit blijkt onder meer dat bedrijven die buitenlands personeel willen inschakelen, zelf moeten controleren of die werknemers een negatieve coronatest hebben afgelegd voor ze in België aankwamen.
Volgens de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG, ook wel GDPR) is een dergelijke verwerking van gezondheidsgegevens eigenlijk verboden. Er zijn wel enkele uitzonderingen, zoals wanneer de betrokkene de uitdrukkelijke toestemming geeft, of als de verwerking van de gegevens "noodzakelijk is om redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid".
Wegens de coronacrisis zijn de maatregelen die nu worden genomen aanvaardbaar, vindt de GBA, maar het is "cruciaal" dat die een wettelijke basis hebben. Daar wordt in voorzien met ministeriële besluiten. "Deze zijn aanvaardbaar in een crisissituatie", zegt een woordvoerder van de GBA. "We maken ons echter zorgen dat er na bijna één jaar coronacrisis nog steeds geen volwaardige wetgeving is gemaakt."
Wanneer het kantelpunt wordt bereikt waarop zo'n ministerieel besluit geen voldoende wettelijke basis meer is, is zeer moeilijk aan te duiden. "Wanneer men niet meer spreekt over een crisissituatie, is geen eenvoudige definitie om te maken", aldus de woordvoerder. "Wij willen wel hameren op het feit dat hoe langer men wacht op deze stabiele wettelijke basis, hoe groter de nood zal zijn."
Delen via e-mail